Wereldwonderen

2 maart 2017 - Chandigarh, India

(For English, scroll down)

Na een helse tuktukrit door Chandigarh met een chauffeur die minstens zes keer de weg moest vragen, arriveerden we om tien uur 's avonds eindelijk bij huis nummer 110 in sector 15a. Want zo heten de wijken in deze geplande stad. De Zwitserse architect Le Corbusier ontwierp de stad in de jaren vijftig toen opgesplitst Punjab een Indiase hoofdstad nodig had. Maar over zijn werk volgende week meer; nu wil ik het hebben over een ander bouwwerk, een gebouw dat je wel het bekendste en meest iconische van India kunt noemen: de Taj Mahal. 's Morgens in de vroegte stonden wij samen met heel veel andere mensen in de rij te wachten tot de zon op ging en de poorten naar het wereldwonder open gingen. En dan zie je haar opeens liggen, door een toegangspoort in de ochtendnevel aan de voet van de rivier Yamuna. En dan kun je alleen maar stil zijn. Stil van zoveel schoonheid. Hoewel al die andere ogen om je heen toch ook wel wat afleiden. Mensenogen en ogen van de vele camera's die klikken. Hoeveel foto's van de Taj Mahal zwerven er niet over de wereld rond als je bedenkt dat zij elk jaar 3 miljoen bezoekers trekt? Op zich ook wel begrijpelijk voor deze bijzondere uiting van liefde van een rijke man voor zijn derde vrouw die stierf in het kraambed, wat hem zo radeloos van verdriet achterliet dat hij het mooiste mausoleum voor haar wilde bouwen dat hij kon betalen. Want de Taj Mahal is niet alleen een symbool van liefde maar ook van de ongekende rijkdom van het Mogolrijk dat in de 17e eeuw in India heerste. Uit 'De zijderoutes' van Peter Frankopan leerden we dat daar een wrang kantje aan kleeft: de Taj Mahal kon gebouwd worden door wat verdiend werd met de handel met Europa. En dat Europese geld kwam weer van het goud en zilver dat in die tijd door de Europeanen uit de net ontdekte Amerika's werd onttrokken en waarvoor de oorspronkelijke bewoners massaal werden uitgemoord. Dan kijk je toch even wat anders naar dat prachtige gebouw...

De Taj Mahal staat in Agra, waar we ook nog het fort en een ander mausoleum bezochten, van Itimad Ud-Daulah, ook wel de 'baby-Taj' genoemd, hoewel hij er eerder stond dan zijn grote zus. We bereikten Agra in een doodgewone streekbus, een ritje van een uur vanuit het stadje Bharatpur waar we daarvoor waren. Nou is Bharatpur zelf niet zo interessant maar het natuurpark dat het herbergt is dat wel. Het Kealodeo National Park is een vogelpark met een grote dichtheid aan soorten dat je kunt belopen en befietsen of je huurt een rickshaw met een vogelkenner. Wij deden het tweede en fietsten gewapend met een verrekijker en een vogelboek uit het hotel in de vroege morgen de paden van het park op. Al snel zagen we groene bijeneters, pauwen, smyrna ijsvogels en zwarte drongo's. Even later gevolgd door allerhande watervogels en steltlopers want het park heeft grote waterpartijen die vol zitten met eenden, koeten, ganzen, reigers, ibissen en ooievaars. Schitterende soorten als de purperkoet, de bronsvleugeljacana, de zwarte ibis en de Indische nimmerzat kregen we voor de glazen van onze verrekijker. De wonderen der natuur... Sommige paden aan de zuidkant van het park waren afgezet omdat er twee maanden geleden een panter was gesignaleerd, had de hotelmanager ons al gezegd, maar we konden er gewoon veilig rijden, zei hij ook. Dus dat deden we. Veel vogels zagen we er niet en mensen ook niet. Voelde toch wat unheimisch. En opeens kwam ons een brommer tegemoet met twee mannen van het park: we moesten weg daar, panter, panter! Wij vlogen in de trappers en fietsten weer terug naar het midden van het park. De hotelmanager lachte er later hartelijk om: waarschijnlijk een gevalletje 'crowd control'.

Verplaatsten we ons in Rajasthan voornamelijk per bus, de afgelopen week hebben we weer veel met de trein gereisd. Van Agra reisden we in vier uur naar de hoofdstad Delhi, en van daaruit in drie uur naar Chandigarh. Eerder verlieten we Bundi per streekbus naar Kota waar we op de trein stapten naar Bharatpur. Bundi was een klein paradijs na de drukte van Udaipur en Jodhpur. Het prettige hotel Bundi House stond buiten het centrum en had een dakterras waar het uitstekend relaxen was. En de altijd aardige Assam natuurlijk die ons steeds behulpzaam bij stond, na elk 'Thank you' van ons een 'you're welcome sir' prevelend. In Bundi hebben we voornamelijk rustig aan gedaan, lang ontbeten op het dakterras, gelezen en biertjes gedronken bij het meer. Maar we bezochten toch ook nog twee bijzondere 'stepwells', diepe waterputten met rondom trappen in een Escher-achtige structuur. Ook het paleis dat prachtige fresco's bevat, bekeken we en het fort dat iets hoger op een heuvel ligt. Tijdens de tocht naar boven werden we argwanend bekeken door een troep makaken die volgens de bewakers van het paleis nog wel eens een fototoestel van een toerist willen stelen. Maar we kwamen veilig boven. En maakten foto's van het indrukwekkende uitzicht over Bundi en de omliggende omgeving. Ook best een wonder.

English translation

World wonders 

After a manic ride in an autorikshaw through Chandigarh with a driver who had to ask for directions at least six times, we arrived at ten o'clock last night at house number 110 in sector 15a. As that is how the neighborhoods in this planned city are named. Swiss architect Le Corbusier designed the city in the fifties when the divided Kashmir state needed an Indian capital. But more about his work next week; now I want to talk about another building, a building that is the most famous and iconic of India: the Taj Mahal. Early in the morning we were waiting with many other people in the queue until the sun rose and the gates to the world wonder opened. And then you suddenly see her, through a gate, in the morning mist at the banks of the Yamuna river. And then you can only be silent. Silent because of so much beauty, even though all the other eyes around you are also somehow distracting. People's eyes and eyes of numerous cameras clicking. You wonder how many pictures of the Taj Mahal are roaming around the world, considering it attracts 3 million visitors every year? Very understandable though for this particular expression of love of a rich man for his third wife who died in childbirth, which left him so distraught that he wanted to build the most beautiful mausoleum for her that he could pay. Because the Taj Mahal is not only a symbol of love but also of the unprecedented wealth of the Mughal Empire that ruled India in the 17th century. From 'The Silk Routes' by Peter Frankopan we learned that there is a nasty side to it as well: the Taj Mahal was built with money that was earned by trading with Europe. And that European money originated from the gold and silver that was taken at that time by the Europeans in the newly discovered Americas where its original inhabitants were massacred en masse. Realising this you somehow see that beautiful building slightly different... 

The Taj Mahal is in Agra, where we also visited the fort and the mausoleum of Itimad Ud-Daulah, also known as the 'Baby Taj', although he is older than his big sister. We reached Agra by local bus, a ride of an hour from the town of Bharatpur where we were before. Bharatpur itself is not very interesting but the park that is right next to it is. The Kealodeo National Park is a bird sanctuary with a high density of various species where you walk, bike or rent a rickshaw with an ornithologist. We did jump on steel Indian bikes and cycled the paths of the park armed with binoculars and a bird book from the hotel in the early morning. Soon we spotted green bee-eaters, peacocks, white-throated kingfishers, and black drongo's. Moments later followed by all kinds of waterbirds and waders as the park has large wetlands that are full of ducks, coots, geese, herons, ibis and storks. Magnificent species such as the purple moorhen, the bronze-winged jacana, the glossy ibis and painted storks also appeared in front of the glass of our binoculars. The wonders of nature ... Some paths in the southern part of the park were closed because two months ago a panther was spotted. The hotel manager had already told us, but also said that we could safely ignore the sign and cycle around. So we did. Many birds we did not see and people neither. Which felt a bit uncanny. And suddenly there was a motorbike with two official looking men from the park: we had to leave, panther, panther! We jumped back onto the pedals and biked back to the centre of the park. The hotel manager laughed heartily later: probably a case of crowd control. 

Where in Rajasthan we moved around mainly by bus, last week we traveled by train again. From Agra we traveled four hours to the capital Delhi, and from there in three hours to Chandigarh. Earlier we left Bundi on a local bus for Kota where we hopped on the train to Bharatpur. Bundi was a little haven compared with the bustle of Udaipur and Jodhpur. The nice guesthouse Bundi House was located outside the centre and had a roof terrace which was an excellent place for relaxing. And the always gentle Assam was very helpful, mumbling "You are welcome sir" after each "Thank you" from us. In Bundi we mainly spent our time quietly: long and late breakfasts on the terrace, reading and drinking beers at the lake. But we also visited two special and old 'step wells', deep water wells with stairs in an Escher-like structure. The palace of Bundi contains beautiful frescoes, and we climbed to the fort slightly higher on a hill. During the ascent we were viewed with suspicion by a troop of macaques that sometimes steal cameras from tourists according to the guards of the palace. But we arrived safely at the top, and took photos of the impressive views of Bundi and the surrounding area. Also a bit like a wonder.
 

Foto’s

2 Reacties

  1. Willemijn Nicolaas:
    2 maart 2017
    Tjonge tjonge wat een verhaal weer Martijn.
    Wat beleven jullie toch veel!!! Dat neemt niemand jullie meer af.!!
  2. Anke:
    2 maart 2017
    Geweldig in een woord. Groetjes