Op één schoen naar Ubud

30 juni 2017 - Darwin, Australië

Luistertip: 'Down under' (Men at work), https://youtu.be/XfR9iY5y94s

Australië! Na ruim vier maanden Azië zijn we aangekomen in het derde werelddeel en het negentiende en laatste land dat we op onze grote reis bezoeken. Het was een vroege landing in dit enorme land 'down under': om 4.50 uur raakten de vliegtuigwielen de landingsbaan van Darwin International airport en een uurtje later werden we door de douanebeambte welkom geheten. We moesten alleen wel nog even onze wandelschoenen laten controleren voor we Australië in mochten. Op het douaneformulier dat je in moet vullen, wordt niet alleen gevraagd of je dode dieren of planten, medicijnen, drugs, geld of wapens bij je draagt maar ook of je de afgelopen maand op een boerderij of in de jungle bent geweest. De schoenen die je toen aanhad, willen ze graag even inspecteren. Dus moest mijn rugzak open en moesten mijn schoenen eruit. Peter Gijs ontsprong de dans, want die had zijn schoenen in Indonesië achter gelaten. 

Dat zit zo: toen we afgelopen zaterdag opstonden en de deur openden van onze kamer bij de homestay in Munduk, stond er nog maar één schoen van Peter Gijs. We hadden netjes onze vieze schoenen van de wandeling door de heuvels en de rijstvelden de dag ervoor buiten de deur gezet maar dat bleek nu dus niet zo'n goed idee. Mijn schoenen stonden er beide nog, maar iemand had blijkbaar zijn zinnen gezet op die van Peter Gijs en er vast één meegenomen. Om hem uit te proberen. Al snel stelden we met de eigenaars van de homestay en hun buren vast dat de vermoedelijke dader een zwerfhond moest zijn. We hebben de buurt rond het huis afgezocht, zijn de straat afgelopen, hebben buren en andere bewoners gevraagd of ze iets verdachts hebben gezien of iets gevonden hadden maar tevergeefs. De schoen lag waarschijnlijk kapot gebeten ergens op een geheime plek waar alleen die ene hond hem kon vinden. De eigenaar van de homestay vond het heel vervelend en bood aan een nacht terug te betalen en met één wandelschoen minder in zijn rugzak stapte Peter Gijs de auto in die ons die middag naar Ubud zou brengen. In de strandplaats Seminyak, waar we de laatste paar dagen waren, hebben we de schoen met een aantal andere dingen die we niet meer nodig hebben, naar huis gestuurd. Peter Gijs hoefde bij de douane in Darwin dus niets te laten zien. 

En door de rijstvelden van Ubud liep hij dus niet op de wandelschoen die hem ook door de Himalaya's droegen. Niet dat de rijstvelden daar minder mooi door werden. Ubud is druk en toeristisch maar toch blijft het een bijzondere plek. Net als in andere plaatsen op Bali, wemelt het er van de grotere en kleinere Hindoeïstische tempels. Stel je voor dat elke christelijke familie in Nederland zijn eigen kerk heeft. En hoe een dorp of een stad er dan uit zou zien. Zo zit het dus op Bali, legde de man die ons naar Ubud reed ons uit: elke familie bouwt bij zijn huis een eigen familietempel en daarnaast heeft elk dorp ook nog drie 'algemene tempels'. Onze homestay in Ubud - Pondok Bambu - was een mooi voorbeeld: om ons huisje te bereiken, liepen we eerst door de familietempel en de huizen van de verschillende familieleden, die allen een steentje bijdroegen. 's Ochtends bracht de vader of de oudste zoon ons ontbijt terwijl de moeder de offermandjes her en der op strategische plaatsen zette. 

In Ubud deden we beiden een cursus. Peter Gijs leerde van bamboe eenminiatuurhuis bouwen bij 'Green Village' waar alles van bamboe was gemaakt en ook de voordelen van het materiaal werden uitgelegd. Ondertussen volgde ik een yogales bij yogaschool 'Radiantly alive' waar ik leerde verschillende posities langer vast te houden om zo ruimte te creëren, letterlijk en figuurlijk. We bezochten ook twee mooie musea in Ubud, wat niet voor niets het culturele centrum van Bali wordt genoemd. Balinese kunstenaars die dorpsscènes en verhalen uit de Hindoeïstische Ramayana verbeelden maar ook Europese kunstenaars die verliefd werden op Bali en hun liefde in schilderijen vastlegden. Zoals Arie Smit bijvoorbeeld, de Nederlandse schilder die net geen honderd jaar werd en in een post-impressionistische stijl de mensen en de natuur van Bali schilderde.

En de laatste dagen op Bali, in Indonesië - in Azië! - lagen we aan het strand van Seminyak. We hadden een lekker luxe hotel met zwembad precies tussen het strand en een straat met restaurantjes en cafés, zodat we na een dagje luieren bij het zwembad en op het strand recht BaliJoe in konden lopen, de homokroeg van Bali met gezellige dragshows en Australische toeristen. Zo waren we goed uitgerust voor de korte nacht die ons Down Under bracht.

English translation

To Ubud on one shoe 

Australia! After more than four months in Asia, we arrived on the third continent and in the nineteenth and last country we visit on our big trip. It was an early landing in this huge country 'down under': at 4.50 AM the aircraft wheels touched the tarmac at Darwin International Airport and an hour later we were welcomed by the customs officer. We only had to get our hiking boots checked before we could enter Australia. On the Customs Form you not only have to fill in if you carry dead animals or plants, medicines, drugs, money or weapons, but also whether you have been on a farm or in the jungle in the last month or not. If so, they like to inspect the shoes you were wearing at that time. So my backpack had to be opened and I had to show my shoes. Peter Gijs could keep his bag closed, because he had left his shoes in Indonesia. 

This is why: when we got up last Saturday morning and opened the door of our room at the homestay in Munduk, only one of Peter Gijs' shoes was there. We had taken our dirty shoes off in front of the door following the hike through the hills and rice fields around the village the day before, but that clearly was a bad idea. My shoes were still there, but Peter Gijs' shoes were apparently to someone's liking and one was taken. Maybe to try it out. Soon the owners of the homestay and their neighbors agreed that the suspected perpetrator should be sought under the stray dogs in the village. We searched the neighborhood around the house, the street, asked neighbors and other residents if they had seen something suspicious or found something, but in vain. The shoe - probably chewed to pieces - was somewhere in a secret spot where only that one dog could find it. The owner of the homestay was very apologetic and offered to compensate us by letting us pay only one night and with one walking shoe less in his backpack, Peter Gijs got into the car that brought us to Ubud that afternoon. In the beach town of Seminyak, where we spent the last few days, we sent the remaining shoe home with some other things we no longer need. Hence, Peter Gijs did not have to show anything at customs in Darwin. 

And therefore the walks through the rice fields of Ubud were not made on the hiking shoes that carried Peter Gijs through the Himalayas. Not that the rice fields became less beautiful because of this. Ubud is busy and touristy, yet it remains a special place. Just like other places on Bali, larger and smaller Hindu temples are in abundance. Imagine that every Christian family in the Netherlands would have its own church. And what a town or city would look like then. And that is how it is on Bali, the man who drove us to Ubud explained: every family builds its own family temple at its compound and in addition, each village has three other communal temples. Our homestay in Ubud - called Pondok Bambu - was a beautiful example: to reach our cottage we first walked through the family temple complex and the houses of the various relatives, who all contributed a little to the homestay operations. In the morning, the father or the eldest son brought us breakfast while the mother made offerings at the various temples in the compound. 

In Ubud we both did a course. Peter Gijs learned how to build a miniature house of bamboo sticks at Green Village where everything is made of bamboo and where also the benefits of the material were explained. Meanwhile, I followed a yoga class at yoga school Radiantly Alive, where I learned to hold different yoga positions longer to create space, literally and figuratively. We also visited two beautiful museums in Ubud, which is not surprisingly called Bali's cultural heart. Balinese artists who depict village scenes and Hindu Ramayana stories, but also European artists who fell in love with Bali and painted their love in paintings are shown. Like Arie Smit, for example, the Dutch painter who became just off a hundred years old and in a post-impressionist style painted the people and nature of Bali. 

And the last days on Bali, in Indonesia - in Asia! - we were at the beach of Seminyak. We had booked a nice comfortable hotel with swimming pool right between the beach and a street with restaurants and cafes: we could laze by the pool and at the beach, before heading straight to BaliJoe, the gay hot spot on Bali with fun drag shows and Australian tourists. So after these few days we were well equipped for the short night that brought us Down Under.
 

Foto’s

2 Reacties

  1. Willemijn Nicolaas:
    30 juni 2017
    Wat een heerlijk verslag weer!!!en wat zullen jullie Azie missen dat weet ik inmiddels!!!!!!
  2. Betsie:
    30 juni 2017
    Veel plezier Down under !!!! Ik hoop dat jullie Gijs en Yoshi kunnen ontmoeten !!! XXX