Wind en regen, Amerikanen en pizza’s

26 juni 2024 - Tarbert, Verenigd Koninkrijk

Na dagen vol wind, grijze luchten en de nodige regen, keken we dinsdagmiddag 24 juni zomaar ineens tegen een strakblauwe lucht aan. Bij de bar van het hotel in het centrum van Tarbert, konden we met ons biertje lekker in de zon zitten. Dat was voor het eerst sinds we op de Hebriden zijn. Ook voor het eerst bevonden we ons in een echt stadje, na de afgelopen week steeds genoegen te moeten nemen met een paar huizen, een hostel en soms ook een winkel annex café/restaurant. Tarbert heeft echte straten, een pleintje, een paar hotels en cafés, een supermarkt en een haven: het ligt op een smal stuk land dat twee landmassa’s verbindt van het eiland Harris, het een na grootste eiland van de buiten Hebriden. De eigenares van Backpackers Stop, het hostel waar we sliepen, voelde zich niet zo lekker, zei ze toen we er aankwamen. Ze had amper geslapen en iets te diep in het glaasje gekeken vannacht en aan haar huid en tanden te zien, hield ze ook wel van een sigaret. Maar haar hostel was groot en compleet en bood zelfs ontbijt dus ons hoorde je niet klagen. We hadden 19 km gelopen langs de kust die ‘the Bays’ wordt genoemd en in tegenstelling tot de westkust geen duinen en witte stranden heeft maar rotsachtige baaien herbergt. En aan een van die baaien, Likisto, hadden we de nacht ervoor geslapen in een yurt op een paradijselijke camping, vol met verschillende planten en bloemen en plekjes met uitzicht over de zee. Eigenlijk hadden we een tentplaats gereserveerd op die camping maar de dag dat we er naartoe liepen, was zo grauw, mistig en winderig dat we onszelf iets comfortabelers gunden. 

We hadden meer regen gehad sinds we uit Howmore hostel vertrokken, het hostel op South-Uist waar het zo’n gezellige boel was. Omdat de eerste twee dagen ons spierpijn en blaren hadden bezorgd, besloten we de derde dag een korte wandeling te maken, zo’n zeven kilometer, en daarna de bus te nemen naar het volgende hostel, bij het kleine dorpje Balivanich met een koffiehuis en een supermarkt. Het was wel een erg mooie wandeling, door een gebied met veel paarse bloeiende heide en andere bloemen en bruggetjes over stroompjes die door het landschap kruisten. We kwamen ook nog pony’s tegen. En in de bus zat een Amerikaan met een mondkapje die in hetzelfde hostel zou slapen. ‘s Avonds zouden we meer van hem horen. Na lunch en boodschappen liepen ook wij naar het hostel en ontmoetten daar de drie andere Amerikanen waar hij mee op reis was. Twee stellen die behoorlijk aanwezig waren maar wel oprecht geïnteresseerd. Een advocaat, een professor, een lerares en een dokter. Geen Trump-aanhangers. Ook aanwezig was Richard uit Wales, die we de dagen daarna nog vaak zouden tegenkomen. Met zijn allen besloten we de volgende dag niet te gaan lopen naar Lochmaddy want ondertussen was de weersvoorspelling luid en duidelijk over morgen: de hele dag regen. En zo zaten we de volgende dag, inmiddels vrijdag 21 juni, de langste dag, met zijn allen in de bus naar Lochmaddy, met een buschauffeuse die plankgas over North-Uist reed, tussen alle meertjes door. In Lochmaddy hadden we een B&B geboekt. We aten in een restaurant in een hotel en wandelden nog wat in de buurt. Een rustig dagje al met al, om de benen te sparen voor de komende dagen. 

Op zaterdag 22 juni was het zover: we gingen weer een dag echt wandelen. Van Lochmaddy door het noordelijkste deel van Noord-Uist over een dijk naar het daarboven gelegen kleine eiland Berneray. Een tocht van 18 kilometer. En het was droog. Licht bewolkt. Hoera. We liepen een stuk langs een weg en daarna een pad een heuvel op waarna we door grasland langs meertjes wandelden. Allemaal goed te doen. Het laatste stuk ging weer over de weg en op de dijk naar Berneray begon de lucht weer te betrekken en in de miezerregen liepen we naar Johns Bunkhouse, ons hostel voor die nacht. We werden ontvangen door Welshman Richard, die dezelfde route loopt en de uiterst vriendelijke Mary die onze kamers klaarmaakte. Tussen het schoonmaken door vertelde ze over de eilanden, de mensen, de taal en Brexit, ook op de Hebriden gevoeld. Rond etenstijd togen wij 500 meter verderop naar Berneray’s shop & bistro waar we bij olijke Abigail boodschappen deden en heerlijke homemade pizza’s aten met bier van de ook Schotse Orkney-eilanden. Gelukkig had ik dat twee dagen ervoor al gereserveerd want Abigail wilde maar een paar tafels in het restaurant bedienen, de rest was take away. Richard at zijn pizza buiten aan het water. Het weer was inmiddels opgeklaard. Vroeg naar bed, want morgen met de ferry naar het volgende eiland: Harris. 

Om half 10 stapten we na een boottocht van een uurtje aan wal in Leverburgh, het eerste gehucht op Harris. Het was zondag dus er was niets open. Op de Hebriden houden ze de Sabbath nog in eer. Rustig liepen we het dorp uit over de weg en groetten een stel dat hetzelfde stuk zou lopen: 19 kilometer verderop naar de camping van Hogabost, gelegen in de duinen achter een parelwit zandstrand. Maar voor we dat konden aanschouwen, moesten we nog even flink aan het werk. Het stuk dat we moesten lopen ging voor het grootste gedeelte lukraak door de velden van een aantal heuvels heen.  Veengebied met stukken afgraving en daarna door zompig, onregelmatig, hobbelig terrein, dalend en stijgend. En terwijl de wind begon aan te trekken en vanuit het zuidwesten tegen ons aan waaide. Rustig kuieren is anders, zullen we maar zeggen. Dit was haast een hindernisbaan. Hoe fijn was het dus om de camping en het witte strand in zicht te krijgen. Mooie plek voor een tentje met uitzicht op het strand, maar met die harde koude wind moesten we wel in dat tentje ook onze avondmaaltijd opeten. En met die aantrekkende wind werd het in dat tentje ook best een onrustige nacht. En toen we opstonden, hing er ook nog mist. 

Dus je begrijpt vast dat toen we die maandag in de mist en met nog steeds die wind, opnieuw over zo’n lastige heuvel moesten klimmen, dat we toen ondanks het relaxte pad dat daarop volgde - over de zogenaamde Coffin Road naar de andere kant van het eiland - wij liever in een comfortabele yurt wilden slapen dan weer in ons tentje. 

Foto’s

7 Reacties

  1. Albert Van der heijden:
    26 juni 2024
    Heerlijk on weer jullie verhalen te lezen.
    Ik wil ook!!
  2. Lidy Brasser:
    26 juni 2024
    Mooie plaatjes, wat een mooie natuur daar! De laatste 2 foto’s met een zon zijn bijzonder. Ik hoop dat het wat beter weer wordt voor jullie!
  3. Willemijn nicolaas:
    27 juni 2024
    Nou nou wat een belevenissen weer!
    Maar wat een schitterende uitzichten heb ik allemaal gezien !
  4. Anke:
    27 juni 2024
    Wat een prachtige uitzichten, jammer van het weer!
  5. Marjan:
    27 juni 2024
    Schitterende plaatjes, schitterende natuur en een heerlijk verhaal om te lezen...
  6. Lidy Brasser:
    27 juni 2024
    Ook de verhalen foto's op Polarstep inmiddels gelezen. Erg leuk om weer mee te reizen!!!
  7. Wil Vesters:
    30 juni 2024
    PG en Martijn zijn ook weer aan het wandelen!
    Voor mij is dit wel iets meer dan wandelen . . .
    Prachtig, bedankt voor het delen!
    Groeten uit Wezep

Jouw reactie