Dolfijnen, een papegaaiduiker en een monster

1 juli 2024 - Brussel, België

En dan zit je weer in de trein naar huis, na twee weken Buiten-Hebriden en Noord-Schotland. Afgelopen zaterdag namen we de boot naar Ullapool op het vaste land vanuit Stornoway, de hoofdstad van de Buiten-Hebriden waar we de laatste twee nachten van onze wandeling over de Hebriden hadden doorgebracht. Waar Tarbert al een echt dorp was, is Stornoway echt een stad, met meerdere kerken, een museum, een boekhandel en een breed nachtleven. Én een autoverhuurbedrijf. Donderdagavond bij het eten in het wederom gezellige, drukke Heb Hostel, brachten een aantal andere gasten - vrouwen op de fiets die we al in Tarbert hadden ontmoet - ons op het idee om een auto te huren om de noordelijke punt van het eiland Lewis te verkennen. Dus dat deden we op vrijdag 28 juni. Na enige administratieve rompslomp, reden we weg uit Stornoway richting de noordpunt, de ‘Butt of Lewis’. Ik reed, want ik had de tegenwoordigheid van geest gehad mijn rijbewijs mee te nemen. Wel weer even wennen, links rijden maar zonder kleerscheuren konden we de wagen ‘s avonds weer afleveren. En in de tussentijd zagen we de ruige, rotsachtige noordpunt met een liggende papegaaiduiker op een randje, de Callandish Standing Stones, een Stonehenge-achtige mysterieuze steencirkel en een middeleeuws Blackhouse-dorp. Maar ook de frisse groene weiden met typische witte huizen ertussen van het noordelijke deel van Lewis. Dat de zon scheen, speelde natuurlijk mee in de schoonheid. Toen we eind van de middag terugreden naar Stornoway, regende het alweer. 

We arriveerden in Stornoway na de laatste twee dagen wandelen. Vanuit Tarbert liepen we op woensdag 26 juni via een zijpad van de Hebridean Way naar Rhenigidale, een gehucht van een paar huizen, 10 km ten oosten van Tarbert. De zon scheen die ochtend hartelijk en de wandeling bracht ons omhoog naar een stenen monument op 300 meter, van waaruit we een schitterend uitzicht hadden over de baaien van de oostkust van Harris. Vervolgens daalden we over een smal pad af naar een stenen strandje waar we spraken met een Nederlandse oudere dame en haar zoon. Ze leenden ons een verrekijker om in de verte in de zee de dolfijnen te zien springen. Daarna was Rhenigidale niet ver meer, rond 13.00u liepen we richting het mooi gelegen hostel waar je gewoon kunt komen aanwaaien en een bed kunt claimen. En wie zat er op een bankje in de zon voor het hostel? Welshman Richard. De derde keer dat we hem tegenkwamen. We konden nog net een uurtje met een kop thee in de zon zitten, maar toen begon het weer om re slaan. De rest van de middag en avond verliep weer grauw met de nodige regen. Daar kwam de volgende ochtend ook nog wind bij en zo liepen we met regenbroek en regenhoes over onze rugzakken met Richard naar de bushalte die 8 kilometer verderop in het binnenland lag. We hadden toen al besloten om niet naar Stornoway te wandelen. De bus bracht ons er in een half uur. 

Vanuit Stornoway begonnen we op zaterdag dus weer onze reis naar huis. Eerst de ferry naar het stadje Ullapool op het vasteland. In de zee zagen we weer dolfijnen boven de golven uitspringen. Vanuit Ullapool namen we meteen de bus naar Inverness, de meest noordelijke grote stad van Schotland. Hier hadden we nog een nacht in een B&B om uiteindelijk op zondagavond de Caledonian Sleeper, de nachttrein naar Londen te nemen. Maar, we hadden ook nog een dag in Inverness. En die hebben we gebruikt om op zoek te gaan naar het monster van Loch Ness. We namen de bus langs het meer naar het plaatsje Drumnadrochit, waar het Loch Ness centre is. Dat sloegen we echter over en liepen in drie kwartier naar de ruïne van het Urquhart Castle, een kasteel met een lange bloedige geschiedenis die begon in de middeleeuwen. Het was druk. En het werd weer zonnig. 

Op de terugweg lieten we ons net buiten het centrum eruit zetten en wandelden langs de rivier de Ness terug naar de B&B. Daar haalden we onze rugzakken op en togen naar het station om in de Caledonian Sleeper van Inverness naar Londen uitgebreid te dineren en lekker te slapen. De volgende ochtend dronken we nog een kop koffie met Cees, die met vakantie is in Londen, en toen doken we de Eurostar in voor de laatste etappe naar huis.

PS: kijk voor de eerste foto’s van deze blog bij de vorige blog! 

Foto’s

3 Reacties

  1. Lotte:
    1 juli 2024
    Welkom thuis! 😊
  2. Willemijn nicolaas:
    1 juli 2024
    Welkom weer in het haagje
  3. Lidy Brasser:
    1 juli 2024
    Leuk om je reisverhalen weer te lezen!
    Bedankt en hier is het ook weer fijn met heel veel zon!

Jouw reactie