Vijf dagen Bornholm

12 september 2019 - Kopenhagen, Denemarken

Het eiland Bornholm wordt wel het zonnigste stukje Denemarken genoemd. Dat klinkt aantrekkelijk: Deense degelijkheid en een mediterraans klimaat. Vol verwachting stapten wij dan ook op donderdag 5 september op de boot in het Duitse Sassnitz, ook wel wetend dat de zomer natuurlijk op zijn einde liep en we middenin de Oostzee terecht zouden komen. ‘Moeder natuur was in een extreem goede bui toen ze Bornholm creëerde’, schrijft de Lonely Planet. Misschien wat overdreven lyrisch, maar toch: de eerste kilometers rijdend over het eiland vielen niet tegen en toen we de volgende ochtend wakker werden op de kleine camping van het havenplaatsje Gudhjem, scheen de zon weldadig over de glooiende groene velden, de rotsachtige kust en de kabbelende zee waar we over uitkeken. Minstens tot 12 uur zaten we die ochtend met ontbijt en koffie buiten in de zon van dat uitzicht te genieten. Aan de horizon het kleine rotseiland Christiansø.

Na de lunch liepen we naar de fietsverhuur om de hoek om voor twee dagen fietsen te huren. Met zo’n prettig zonnetje is het natuurlijk prettig fietsen en aangezien Bornholm zo’n 40 bij 20 kilometer meet, is een fiets een uitstekend vervoermiddel. Dus op de fiets het binnenland in, op weg naar een van de bezienswaardigheden van Bornholm: de ronde kerken. Er staan er een stuk of vijf op Bornholm en samen met de visrokerijen zijn ze een typisch stukje erfgoed voor het Deense eiland, vergelijkbaar met molens voor Nederland. De ‘rundkirke’ van Østerlars is de mooiste en daar fietsten wij die bewuste vrijdag naartoe. Dat was nog best een pittige tocht: we hadden wind tegen en moesten het hoger gelegen binnenland op. Een half uur later zaten we aan de thee bij een nabijgelegen cafeetje want net toen wij de ronde kerk in wilden gaan, besloot de grijze inhoud van een grote toeristenbus dat ook te doen, en groot is zo’n kerk niet. Nadat we de kerk ook vanbinnen hadden bekeken - het kerkvolk zit ook echt in de rondte - fietsten we in een kwartiertje terug naar Gudhjem: wind mee en heuvel af. In de haven met zijn oude gele, rode en witte huisjes met af en toe wat vakwerk, dronken we een Deens biertje met knæckbrød. 

De volgende dag namen we de kustweg naar het westen om Bornholms kunstmuseum te bezoeken waar zo’n beetje alle grote kunstenaars van Bornholm hangen. Ik praat je even bij: Oluf Høst, Lars Hansen, Carl Henning-Pedersen, om er een paar te noemen. Het museum ligt mooi uitgerekt tegen een heuvel aan zee en je kunt er meteen ook de ‘heiligdomsklipperne’ bekijken, een stukje ruige kust met hoog opgestapelde bruine rotsen en smalle grotten. Na een lunch bij het museum fietsten we een bos in waar een waterval zou zijn. We vonden hem vrij snel: een dun straaltje dat het woord ‘waterval’ eigenlijk niet zou mogen dragen. De tocht het bos uit was een stuk spannender: met de fiets in de hand en soms op de schouder over smalle bospaadjes, heuvel op-heuvel af, kruip door-sluip door, tot we aan de rand van het bos weer in de glooiende velden stonden. Via het plaatsje Rø fietsten we terug naar Gudhjem waar we bij Norresan, een rokerij-annex-café, een biertje dronken met uitzicht op zee. 

De dagen erna vielen qua weer wat minder mee. We besloten met de camper het eiland rond te rijden en op interessante of mooie plekken te stoppen. Het plaatsje Svaneke bijvoorbeeld, op de noordoost punt van Bornholm, met een vergelijkbaar mooi haventje als Gudhjem en vergelijkbare gekleurde vakwerkhuisjes maar wel met een uniek bouwwerk: een driehoekige watertoren die ontworpen werd door een jonge Jørn Utzon, die later wereldberoemd werd door zijn Opera House in Sydney. Of het witte strand van Dueodde, op het meest zuidelijke punt van Bornholm, waar zulk fijn, wit zand ligt dat het vroeger veel in zandlopers gebruikt werd. We wilden er eigenlijk op de camping gaan staan maar de receptie was gesloten toen we aankwamen en bovendien heeft een halflege camping in de naaldbossen bij het strand met grijs regenweer toch iets troosteloos. We reden dus dwars over het eiland naar de meest noordelijke punt: het dorpje Sandvig. Vanaf de camping maakten we de volgende ochtend een prachtige wandeling om de noordwest punt heen, door een mooi natuurgebied met veel dagjesmensen en een indrukwekkend uitzicht over de zee. We konden Zweden zien liggen. ‘s Middags reden we naar Rønne, de hoofdstad van Bornholm. De volgende dag zouden we daar de boot weer nemen naar het vaste land dus we dachten dat het handig was daar op een camping te gaan staan. De camping bleek echter al gesloten en toen we na een wandeling, een biertje en boodschappen, Rønne uitreden om het te proberen in het nabijgelegen plaatsje Aakirkeby, vingen we daar ook bot. Het seizoen was echt ten einde. Uiteindelijk zijn we maar weer terug gereden naar de camping in Gudhjem om daar de laatste nacht op Bornholm door te brengen. 

Op dinsdag 10 september vaarden we om half elf de haven van Rønne uit richting het Zweedse Ystad, om vanuit daar door Zuid-Zweden te rijden naar het Deense Helsingør, ten noorden van Kopenhagen. Het laatste stukje van onze Noordse vakantie brengen we daar door. 

Foto’s

4 Reacties

  1. Cor & Willy:
    12 september 2019
    Een lyrisch en beeldend verhaal; zo kunnen we met jullie meerijden/-reizen over het eiland! Nog een paar mooie dagen in Kopenhagen.
  2. Willemijn Nicolaas:
    12 september 2019
    heerlijk verslag weer,genoten
  3. Michiel Beers:
    13 september 2019
    Leuk verslag! Vanuit de tropen komt een reisverslag over gure omstandigheden heel exotisch over. Ik drink altijd met jullie mee, drie bier deze keer. Van de ronde kerk geen foto, die moet ik dus verzinnen. Na drie bier draait in die kerk alles rond alsof het een planetarium is. Morgen Google ik de ontnuchterende realiteit wel. Veel plezier komende dagen!
  4. Simone:
    22 september 2019
    Wat is het daar toch mooi, en met jouw verhaal leef ik helemaal mee