88 tempels, een zandbad en een kunsteiland

28 februari 2023 - Naoshima Island, Japan

Yayoi Kusama is een Japanse kunstenares die iets met stippen heeft, zacht gezegd. Al haar kunst is er mee bedekt en twee van haar bekendste kunstwerken staan op het eiland Naoshima: de rode en de gele pompoen. Al meteen bij aankomst met de ferry vanuit Takamatsu kun je niet om de rode pompoen in de haven heen en zowat iedereen die op Naoshima aankomt, rent er dan ook naartoe om foto’s te nemen. Wij dus ook. Naoshima heeft zich in de loop van tijd ontwikkeld tot centrum van moderne kunst. Op verschillende plekken staan kunstwerken, het eiland is meerdere musea rijk en veel bewoners hebben hun huizen beschikbaar gesteld voor het ‘Art house project’. Het hoogtepunt is het Chizu Art Museum, ontworpen door de Japanse architect Tadeo Ando. Een kunstwerk op zichzelf, opgebouwd uit geometrische vormen dat zich voor het grootste gedeelte onder de grond bevindt. In de zalen bevinden zich indrukwekkende installaties en beelden van James Turrell en Walter De Maria. Er hangen ook een aantal waterlelies van Monet, in een grote witte zaal met een vloer bedekt met kleine witte marmerblokjes. Je moet slofjes aan om de zaal te betreden. Het gehele museum is een adembenemende visuele ervaring en daarbovenop krijg je in het café ook nog eens een prachtig uitzicht over de Japanse Binnenzee. 

We arriveerden vroeg in de ochtend op Naoshima met de ferry vanuit Takamatsu, een behoorlijk grote stad waar we een nacht sliepen en die als ‘unique selling point’ het langste stuk overdekte winkelstraten van Japan heeft, ‘arcades’. Maar we bezochten ook Ritsurin-kōen, een prachtige tuin uit de 17e eeuw met mooie theehuizen en, jawel: abrikozenbomen die vol in bloesem stonden. De zon scheen dus de lente deed zich voelen. Voor Takamatsu waren we een paar dagen in Matsuyama. Een uitgestrekte stad met in het mooie centrum een groene heuvel met een oud kasteel waarvandaan je een schitterend uitzicht over de stad hebt. Matsuyama en Takamatsu liggen allebei op Shikoku, de tweede provincie van Japan die we bezoeken, in feite een groot eiland. Shikoku is bekend om zijn 88 tempels, die verbonden zijn door een pelgrimsroute. Wil je de hele route lopen langs alle 88 tempels, dan ben je zo’n zes weken bezig. Die tijd hebben we natuurlijk niet. En bovendien lazen we ook dat die route hele stukken gewoon langs een autoweg loopt. Rond Matsuyama liggen een stuk of tien tempels en vier daarvan hebben we op donderdag 24 februari aangetikt: nummer 44, 45, 50 en 51. Die eerste twee liggen zo’n dertig kilometer landinwaarts in de bergen bij het dorp Kumakogen. Eigenlijk hadden we het idee om vanuit dat dorp gewoon naar beneden te lopen, terug naar Matsuyama. Maar gelukkig kwamen we een leuke Japanse vrouw tegen die ons aanspoorde om met haar mee de bus te pakken naar Iwaya-ji, nummer 45, de hoogst gelegen en volgens de Lonely Planet ook een van de mooiste tempels. We waren vroeg op pad en de dag begon regenachtig en mistig. En juist dat zorgde voor een mystieke sfeer daar boven in de bergen. Vanaf tempel 45 liepen we in drie uur door de vochtige bossen naar tempel 44, waarna we lunchten in Kumakogen. Om het nog even af te maken zijn we vervolgens in de voorsteden van Matsuyama nog langs twee tempels naar het centrum gelopen. Nog eens twee uur. En als je zo’n hele dag gelopen hebt, is het heerlijk om naar de tiende verdieping van het hotel te kunnen waar zich een ‘onsen’ bevindt: een Japans warmwaterbad. Dat geeft de vermoeide spieren weer wat rust. 

Met een onsen hadden we de dagen daarvoor al kennisgemaakt in de gezellige kustplaats Beppu, nog op het zuidelijke grote eiland Kyūsū, die bekendstaat om zijn vele onsens. Met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, voelde het echt nog winters in Beppu, toen we na aankomst bij het guesthouse naar de oudste onsen van de stad liepen, Takegawara onsen. En daar kan je niet alleen een warmwaterbad nemen maar ook een zandbad. Wat is een zandbad? Nou dit: je kleedt je uit, doet een soort kimono aan en gaat in warm zwart zand liggen, dat iemand vervolgens over je heen schept zodat je alleen nog met je hoofd uit het zand steekt. En maar zweten dan. We lagen een kwartier in het zand en mochten daarna nog in het gewone bad waar we tussen naakte Japanners met een kleine witte handdoek op hun hoofd verder tot rust kwamen. Een energieke, slanke bejaarde man zat zich naast het bad te wassen en praatte honderduit. Hij probeerde via de jonge Japanners in het bad met ons te praten maar dat lukte maar half. Het leek erop dat hij een schietgebaar maakte toen hij hoorde dat we uit Oranda kwamen. Hij was oud genoeg om in de Tweede Wereldoorlog in Indonesië gevochten te hebben. Opnieuw merkten we hoe lastig het is echt contact te maken als je geen gezamenlijke taal hebt. Lost in translation…

Foto’s

6 Reacties

  1. Willemijn Nicolaas:
    28 februari 2023
    Heerlijk jongens om alles weer mee te belevelijkt mij heerlijk dat liggen in dat warme zand!
  2. Lidy Brasser-Le Brun:
    28 februari 2023
    Met veel interesse jullie reisverslag gelezen!
    Heel bijzondere ervaringen. Ook de foto’ s geven een indruk hoe het daar is. Kunst en natuur, erg mooi!
    Bedankt en nog mooie dagen!!
  3. Patricia De Laet:
    28 februari 2023
    Bijzonder allemaal! Over de polka dots dame heb ik laatst een docu gezien! Zotte madam.
  4. Lotte:
    2 maart 2023
    Mooi verhaal jongens♥️gn
  5. GerritvE:
    2 maart 2023
    Wel veel tempels , maar wel bijzonder
  6. W.B. Vesters:
    6 maart 2023
    Dankjewel, mooi dat we zo mee kunnen reizen!
    Gisteravond nog met Brandt Corstius en Terlou mee geweest langs de nieuwe zijderoute.
    Zo zie je nog eens wat . . .
    Groet Cor en Willy