Missie geslaagd

25 juli 2023 - Nice, Frankrijk

Op een klein aantal plekken tijdens de laatste etappes van de GR5 zou je de Middellandse zee kunnen zien. Dan moet je natuurlijk wel helder weer treffen, hoe koud of warm het ook is. Wij zagen hem pas de allerlaatste dag toen we een heuvel op liepen, vlak nadat we de plaats Levens verlieten, voor ons de laatste slaapplek voor einddoel Nice. Het was een bijzondere ervaring om ineens oog in oog te staan met waar je al die tijd naartoe aan het lopen bent maar dat eigenlijk steeds een droombeeld blijft. Iets dat je ooit zou moeten bereiken, maar dat nog te ver in de toekomst ligt om je er een goede voorstelling bij te maken. Na weken alleen hoge bergtoppen in je blikveld, ligt het opeens weer open aan de horizon. We hadden de dagen ervoor de bergen al lager zien worden, cols met bomen en struiken in plaats van slechts steen en rotsen, maar ze blijven juist in het laatste stuk steil. De gorges van de rivier de Vesubie die vanuit de bergen langs Levens naar de zee stroomt, zijn diep en grillig. En voor je het lagere land bereikt, moet je toch echt dichtbij Nice zijn. Het waren dus best nog pittige etappes, de laatste dagen voor Nice.

Het laatste boekje van de GR5 door de Franse Alpen begint in de kleine plaats Larche, waar slechts één winkel met een beperkt, duur aanbod was, maar wel een mooie kleine camping met een restaurantje. In de middag kwam het Finse homostel dat we eerder op de route tegen waren gekomen, nog even buurten en naast ons stonden de Franse moeder en dochter met rood haar en een lichte huid die erg veel last van de hitte hadden. ‘s Avonds als we net zijn gaan slapen barst er een fel onweer los met regenbuien en lichtflitsen die elkaar snel opvolgen. Na een uur is het voorbij en zien we weer een indrukwekkende sterrenhemel. De volgende dag is het gewoon weer strakblauw en warm. We lopen vanuit Larche naar het gehucht Bousieyas, waar we een plek in een herberg hebben geboekt. De Finnen en de Franse moeder en dochter gaan er ook naartoe. We wandelen via een glooiende klim door een groene vallei naar het prachtig gelegen meer ‘Lac du Lauzenier’, waarna we verder omhoog klimmen naar de col. Die is ruig, grimmig, vol stenen en rotsen, het laatste stuk over een smal zogenaamd balkonpaadje. Rond de col cirkelen vale gieren, zwevend op de thermiek met hun enorme vleugels. Het eerste stuk naar beneden voert ons opnieuw over een smal paadje over een grimmig stuk rotsen, vlak langs een ravijn. Niet uitglijden en mis stappen! Veilig bereiken we die middag herberg Café De Marius in Bousieyas en hebben een gezellige middag en avond met de Finnen en een Nederlands stel dat er ook slaapt. De volgende dag lopen we via Saint-Dalmas-le-Selvage naar Saint-Etienne-de-Tinee, waar we twee nachten op een camping bij een kunstmatig meertje verblijven en weer een dagje rust nemen. Saint-Etienne-de-Tinee is een mooi plaatsje met gekleurde huizen en een prettig plein om koffie en bier te drinken. We laadden ons op voor de laatste week wandelen. We kunnen nu echt de dagen af gaan tellen en denken op zaterdag 22 juli in Nice aan te komen. 

De eerste dag van die laatste week is niet zwaar: we lopen via het zuidelijkste skidorp Auron over een lage col van 1700 meter naar het gehucht Roya. Daar hebben we weer een herberg geboekt. Op het terras komen we twee jonge stellen tegen die we al eerder die dag in Auron spraken en die allebei ook naar Nice lopen. Leuk om steeds weer nieuwe mensen te ontmoeten waar je een stukje mee ‘oploopt’. We waren vroeg in Roya dus hadden de tijd om te rusten voor de volgende dag die ons over de laatste hoge col bracht: de Col de Crousette van 2470 meter. Tijdens het eten ‘s avonds spreken we over de wolven in de omgeving en de beschermhonden (‘patous’) die de schapenkuddes beschermen die ook aanslaan op wandelaars. We waren ze de afgelopen weken al vaker tegengekomen. Overal staan borden om je te waarschuwen en in de refuges liggen folders hoe je te gedragen. Er zijn wel eens wandelaars gebeten door deze waakhonden dus we zijn voorzichtig. Maar de volgende dag geen wolven en een kudde op dermate afstand dat we er geen last van hebben. En de col geeft ook geen problemen. Hij stijgt vanaf het hoogtepunt nog wel wat verder langs de indrukwekkende Mont Monier waar we op een kaal pad door een leeg maanlandschap langs lopen. We zullen hem de dagen erna nog tot in Levens achter ons kunnen zien liggen. Een herinnering aan de woeste hoogtes. We lopen die middag naar het lager gelegen plaatsje Beuil en van daaruit de volgende dag via Roubion naar Roure, twee schilderachtige middeleeuwse plaatsjes die tegen de steile bergwanden zijn aangeplakt. Om Roure te bereiken moesten we tegen zo’n steile wand oplopen via een smal bospad in de zinderende middaghitte. Drijfnat kwamen we in Roure aan. In de gemeentelijke gite waar we die nacht zouden slapen, wasten we het zweet uit onze kleren, dronken een biertje en spraken met twee boswachters die ook in de gite sliepen. 

Inmiddels is het woensdag 19 juli als we van Roure afdalen naar Saint-Saveur-sur-Tinée waar gelukkig om 7.00 uur de kleine supermarkt al open is. In Roure was die er namelijk niet. We drinken ook een kopje koffie en togen dan weer op pad naar de hoger gelegen dorpjes Rimblas en Saint-Dalmas-de-Valdeblore waar we om 13.00 uur aankomen op de kleine camping bij de boer. Op tijd voor de al te grote hitte. ‘s Middags drinken we een biertje op een terras in het dorp en merken dat we wat ongeduldig worden: we willen door, de wandeling afmaken, naar Nice. We weten dan dat we de volgende dag een laatste lange dag met een grote klim hebben, 27 kilometer en in de ochtend naar 2.000 meter. We liggen dus vroeg in de tent en staan de volgende ochtend al voor 7.00 uur bij de bakker. Geoefend als we zijn, gaat de klim voorspoedig en twee uur later lopen we voor de laatste keer boven de 2.000 meter over en langs een bergkam met schitterende uitzichten over de bergen rondom. We lunchen bij een vrijwel onbewoond gehucht waar wel een overvloedige waterbron is met heerlijk fris drinkwater. Daarna hebben we nog een paar uur te gaan tot het dorpje Utelle, dat net als Roubion en Roure idyllisch op een bergwand ligt. Daar aangekomen lopen we naar de Gite Communal waar we twee bedden hebben gereserveerd. Die is echter gesloten en het oudere echtpaar dat voor de gite zit te wachten, zegt dat we pas om half zes naar binnen kunnen. Maar om half zeven is er nog niemand. Uiteindelijk blijkt dat de gite beheerd wordt door de vrouw die ook het postkantoor annex winkel van sinkel in het dorp runt en dat je bij haar in de winkel moet betalen en een code krijgt. Dat had ze een paar dagen eerder aan de telefoon niet verteld. Maar goed, we zijn binnen en koken onze laatste gevriesdroogde maaltijd die de afgelopen weken onderin mijn rugzak zat voor noodgevallen. 

En dan breekt de een na laatste dag aan. We lopen van Utelle naar Levens, slechts 12 kilometer en dan is het van daaruit nog maar 23 kilometer naar Nice. Levens is een mooi plaatsje waar ik vroeger met mijn ouders ben geweest. Ik herken het centrale plein nog en we lunchen er om 12 uur. Daarna lopen we naar de B&B met zwembad die we hebben geboekt, om al even aan het naderende vakantiegevoel te wennen. De B&B is een beetje rommelig. De eigenaar is een kettingrokende dikkige man wiens brabbelende Frans we moeilijk verstaan. De volgende ochtend vertelt hij dat zijn vrouw vroegtijdig overleden is en hij de B&B voortzet. Hij wijst ons de weg en zegt dat het nog maar drieënhalf uur lopen is naar Nice. Dat geloven we niet maar met goede moed beginnen we aan de laatste kilometers. En zo liepen we via het dorp Aspremont met een steeds beter zicht op de Middellandse Zee richting Nice. We kregen nog een paar heuvels omhoog voor de kiezen, nog een flink stuk vol stenen en kiezels, de zon begon weer aardig te branden maar uiteindelijk bereikten we dan toch de voorsteden van Nice. En rond 13.00 uur konden we een foto maken bij het stadsbord ‘NICE’. Missie geslaagd! Nu alleen nog de voeten in de zee. 

Maar daartussenin wachtte ons nog een aangename verrassing: op weg door Nice kom je langs een park met een Maison d’Environnement (milieuhuis), waar ook het officiële einde van de GR5 is, met informatie over de route en de mogelijkheid een certificaat te halen. Daar wilde we nog even langs. Toen we de hoek omkwamen, zagen we ineens een Nederlandse vlag en een wit papier met onze namen erop, vastgeplakt op een informatiebord. Stonden daar toch ineens de ouders, de zus en de neef van Peter Gijs ons op te wachten. Een waar welkomstcomité! En een waar slot van deze waanzinnige wandeling die we maakten de afgelopen 112 dagen. Alleen de blote voeten in de woeste zee maakten het nog af. En de rest is geschiedenis. 

Foto’s

10 Reacties

  1. Willemijn Nicolaas:
    25 juli 2023
    Wat een mooi verslag weer van de slotfase!!!!
    Mooi beschreven weer!!
  2. Nienke de wilde:
    25 juli 2023
    Joepie!!! Goed gedaan jongens!!!
    En nu wellness voor jullie voeten en benen!!
  3. W.B. Vesters:
    25 juli 2023
    En ik sluit me helemaal bij Nienke aan PROFICIAT.
    Wat een belevenis(sen)!
  4. Catelijn:
    25 juli 2023
    👍👍👍
  5. Tike:
    25 juli 2023
    Het is volbracht! Mooi verslag weer
  6. Hyke:
    25 juli 2023
    Wat weer een super mooi verhaal. Gefeliciteerd jongens, wat een super mooie reis hebben jullie samen beleefd. Diep respect wat jullie samen gedaan hebben. Dikke kus van ons.
  7. Evelina:
    25 juli 2023
    Gefeliciteerd!! Prachtige reis en wat een mooie belevenissen. Hoop het ooit ook een keer af te ronden... zeker na jullie verhalen!
  8. Anke:
    25 juli 2023
    Waanzinnig om zo’n mooie tocht met je blote voetjes te eindigen in de Middellandse Zee. Gefeliciteerd, een top prestatie!
  9. Aaltje:
    25 juli 2023
    Mooi reisverslag met prachtige foto's! Veel gezien en veel herinneringen voor jullie!
    Respect!
  10. Betsie:
    25 juli 2023
    In een woord ...


    Fantastisch !